Praktijkvoorbeelden LOB

Expertisepunt LOB
< overzicht

“Jongeren beslissen zélf over hun studiekeuze, maar ouders zijn hun belangrijkste adviseur”

Wat is de rol van ouders bij de studiekeuze van hun kind?


Volgens Hermien Miltenburg, oudervoorlichter aan de Universiteit Wageningen, is die rol groter dan veel ouders denken. Haar advies? Wees een klankbord, let op kwaliteitsverschillen tussen studies, en pak af en toe een ‘reigermoment’. En vooral: laat zien dat het ook een leuke zoektocht is.

Waar kun je als ouder van een jongvolwassene terecht als je je kind wilt helpen met de studiekeuze? Eigenlijk nergens, merkte Hermien Miltenburg vijftien jaar geleden, toen haar eigen kinderen met de studiekeuze bezig waren. Als docent Nederlands kende ze de wereld van hbo en universiteit van binnenuit. Maar toch: als ze als ouder ergens voor informatie aanklopte, hoorde ze louter wervingspraatjes: ’Onze opleiding is de beste’.
Ze merkte dat andere ouders ook moeite hadden hun weg hierin te vinden en stapte naar het bestuur van Wageningen University & Research (WUR), waar ze werkte. “Ik kaartte het aan als een maatschappelijk probleem. Instellingen voor hoger onderwijs hebben een bredere taak dan alleen de werving van studenten. Het gaat ook over voorlichting, aan studenten én aan ouders.” Ze vond gehoor en sindsdien ondersteunt ze ouders bij het ondersteunen van hun kind bij de studiekeuze. Dat doet ze niet alleen aan de WUR maar ook daarbuiten, onder meer via het blog studiekeuzekind.nl (450.000 jaarlijkse bezoekers) en de Facebookgroep Ouders en Studie (ruim 4000 leden). Door die media heeft ze ook inzicht in de actuele vragen waar ouders mee zitten. “Die gaan op dit moment, ik pak de gegevens erbij, vooral over geldzaken. Bijvoorbeeld ‘Kan mijn kind ook bij een hogeschool of universiteit in de buurt deze studie volgen, zodat het niet op kamers hoeft? Het is allemaal zo duur!’ Ouders hebben ook veel vragen over studiefinanciering en over andere financiële regelingen voor studenten, zoals de aanvullende beurs.”

Het grote aantal financiële vragen vind ze ‘schrikbarend’. “De studiekeuze moet in de eerste plaats gaan over de kwaliteit van de studie, niet over geld! Ouders hebben vaak niet in de gaten dat er grote kwaliteitsverschillen zijn tussen onderwijsinstellingen, terwijl meer inzicht hun kind echt kan helpen bij het maken van een succesvolle keuze.”

 

Kijken de studiekiezers daar zelf niet naar?

“Ik weet, ook vanuit mijn eigen ervaring met mijn eigen kinderen, dat studiekiezers vaak vooral uitgaan van ‘Wat vind ik leuk?’, en ‘Is dit een leuke stad?’ Maar als je een nieuwe smartphone koopt, kijk je toch ook naar de technische specificaties, en naar de reviews? Daar ligt echt een taak voor ouders: help je kind de kwaliteit van opleidingen te vergelijken. Dat kan via studiekeuze123.nl of de Keuzegidsen hoger onderwijs. Die cijfers zijn vaak een openbaring. Er zijn opleidingen waar de helft van de studenten twee jaar studie vertraging heeft. Bij diezelfde opleiding in een andere stad hebben de studenten vrijwel geen studievertraging. Daar zijn ook wel verklaringen voor. Opleidingen mogen zelf bepalen hoeveel uren ze les geven. Dat kan bij de ene onderwijsinstelling twaalf uur zijn en bij de andere 25, voor dezelfde studie. Dat heeft invloed op de studieresultaten, terwijl het collegegeld hetzelfde is. Dus ik zeg altijd tegen ouders ‘Kijk daar alsjeblieft naar!’ Het zijn harde feiten. Of je kind er iets mee doet is een tweede, er spelen ook andere dingen mee, maar het moet wel bekend zijn.”

 

Jongeren nemen graag hun eigen beslissingen. Hoe help je je kinderen om een passende studie te kiezen?

“Als ouder moet je in principe achteroverleunen, want de primaire taak voor de studiekeuze ligt inderdaad bij de jongvolwassenen zelf. Maar jongeren vinden de studiekeuze moeilijk. Toen ik les gaf, hoorde ik vaak van studenten: ‘Mijn ouders moeten mij zelf laten kiezen, maar ze zijn wel mijn belangrijkste adviseur.’ Dan vroeg ik natuurlijk ‘Maar jouw ouders weten toch niks van biotechnologie?' ‘Nee, maar ze weten wel wie ik ben.’ Dat is toch een prachtig antwoord? Jongeren willen graag dat je een beetje meekijkt, en af en toe een slimme vraag stelt, en ze helpt om te ontdekken wie ze eigenlijk zijn. Dat is je primaire rol als ouder, op alle terreinen, dus ook bij de studiekeuze: dat je je kind een spiegel voorhoudt, en het helpt ontdekken ‘Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? Waar word ik gelukkig van?’ Dat zijn basale levenskeuzes die verder gaan dan de studiekeuze.”

 

Heb je voorbeelden van dat soort slimme vragen?

“Het kunnen kleine vragen zijn, gewoon tussendoor. ’Wat vind jij nou interessant?’ ‘Wat maakt dat jij dingen leuk vindt?’ Of: ‘Ik zie dat jij het hartstikke mooi vindt om in het bos te wandelen. Wat doet dat dan eigenlijk met je?’ Dat soort kleine bij elkaar geven ook invulling aan grote vragen: wie ben jij, waarin wil jij betekenisvol zijn? Een mooie vraag vind ik ook: ’Stel nou dat alles zou kunnen op de hele wereld en dat jij ook alles zou kunnen, wat zou je dan willen bereiken?’ Dat soort onmogelijke fantasieën helpen een jong volwassene. En mij trouwens ook, nu ik net met pensioen ben.”

De meeste pubers willen echt niet een hele avond over hun studiekeuze praten. Maar dan komt er een momentje, als je samen in de auto zit of in het bos of aan tafel, dat je net die ene vraag kunt stellen. ‘Waar krijg je eigenlijk complimenten over?’ Dat zijn ‘reigermomentjes’: je zit even stil, je neemt afstand om de situatie te overzien. Ik woon in een klein dorp, en ik had de beste gesprekken met mijn kinderen in de auto, als ik ze wegbracht naar het uitgaan. Dan zit je in het donker in zo'n auto, ze zijn afhankelijk van je, ze kunnen niet weg. En dan had ik zo'n reigermoment-vraag, die ze kon prikkelen in dat proces van uitvinden wie je eigenlijk bent. ‘Wat vind je nou eigenlijk leuker om te doen op school: je heel erg verdiepen in een theorie, of juist bezig zijn met een oplossing?’ Zo’n vraag kan helpen bij de keuze tussen een hbo of universitaire studie.”

 

Er zijn misschien ook ouders die hun kind bij de studiekeuze juist willen loslaten.

“Dat kan helemaal niet. Je houdt van je kind, en daarom laat je onbewust toch blijken wat je ergens van vindt en je kind pikt het op. De meeste jongeren willen dat hun ouders trots op ze zijn. Als jongvolwassene zoek je naar een plek waar je een klik hebt, waar je denkt dat je het leuk hebt, én onbewust wil je ook iets doen waar je ouders achter staan. Soms clasht dat, dat hoort er ook bij.
Je moet als ouders van die studiekeuze in ieder geval geen probleem maken, want dat probleem voelen de jongeren toch wel: ‘Oh jee, studiekeuze, moeilijk!’ Hou je kind daarvan weg. Maak het leuk. Ik sprak een studente die met haar moeder een hele rondreis door Nederland maakte. Een jaar lang reserveerden ze om de zoveel tijd een zaterdag om een dagje naar een universiteit of hogeschool te gaan en de sfeer op de campus te proeven. Ze gingen dan ook meteen de stad verkennen. Je kunt dat gewoon doen, je hoeft niet te wachten op een open dag.”

 

Wat is er de afgelopen vijftien jaar veranderd, in de studiekeuzebegeleiding?

“Universiteiten en hogescholen realiseren zich nu veel meer dat ze niet alleen studenten moeten werven, maar dat het ook belangrijk is om te kijken ‘Pas jij hier bij ons?’ Het heeft geen zin om een student te werven die binnen een paar maanden uitvalt. Dat is echt gekanteld en dat vind ik een positieve ontwikkeling.
Een negatieve ontwikkeling vind ik dat er veel studies zijn ontstaan, die vaak niet eens zoveel verschillen. Ik zou willen dat de Rijksoverheid daar paal en perk aan stelt. Vaak begint een studie met een soort basisjaar waarin studenten van verschillende richtingen dezelfde vakken volgen. Waarom begin je dan niet sowieso met zo’n basisjaar? Dat kan voor de verschillende aandachtsgebieden, zoals life sciences, taal en cultuur, economie, geografie, sociologie. Tijdens dat jaar krijgen studenten dan vanzelf meer inzicht in de studie en het werkveld en van daaruit kunnen ze kiezen voor een van de specialisaties.”

 

Het aantal studenten dat switcht of uitvalt is nog steeds hoog. Hoe kun je daarmee het beste omgaan, als ouder?

‘Ik ontmoet ouders die zich schuldig voelen als hun kind zakt voor een tentamen of stopt met de studie. Begrijpelijk, dat had ik ook. Maar het is echt niet meer jouw verantwoordelijkheid. Dus je mag je best even waardeloos voelen, maar daarna moet je toch weer in je ouderrol gaan zitten: ‘Ik wil een veilig thuis voor je zijn. Bij mij is het altijd goed.’ Dat is ontzettend belangrijk. Er is veel stress onder studenten en dat heeft ook te maken met studievertraging. Studenten die van studie veranderen of stoppen, denken dan ‘Wat zullen mijn ouders wel niet zeggen!’, terwijl ouders in hun leven al het een en ander hebben meegemaakt. Niet alles in het leven gaat goed, af en toe vallen dingen tegen of maak je verkeerde keuzes. Dat hoort er gewoon bij. Ook dát is goed om eens een keer te bespreken met je kind.”

 

Het is voor de ouders ook een nieuwe fase.

“Met iedere fase van je kind groei je als ouder ook weer en met deze fase ook. Dat is leuk, want je gaat als ouder ook nadenken over wat jóu gelukkig maakt en wat jíj wilt met je leven. Het is een mooi moment om zelf ook uit de rijdende trein te stappen en even rust te nemen of iets anders te gaan doen. Zelf ben ik een opleiding communicatie gaan volgen, toen mijn kinderen gingen studeren. Met name van moeders van studiekiezers hoor ik vaak zeggen ‘Het is zo leuk allemaal, was ik maar jong, dan ging ik óók studeren!’ Doe het! Waarom niet? Al vraag ik die enthousiaste moeders wel om een beetje terughoudend te zijn: doe je eigen studiekeuzeproces buiten je kind om.”

Nog even die financiële zorgen. Vind je dat ouders moeten bijdragen?

“Er is een basisbeurs en een aanvullende beurs van maximaal zo’n 400 euro per maand, die gebaseerd is op het inkomen van de biologische ouders. Als je kind geen aanvullende beurs krijgt, zou ik het niet gek vinden als jij je kind dan die 400 euro schenkt, omdat jouw inkomen de reden is dat je kind die aanvullende beurs, of een deel daarvan, niet krijgt.
Maar meer hoeft niet. Een studie moet betaald worden door drie partijen. De Rijksoverheid, door de basisbeurs, de leenfaciliteit en het lage collegegeld, want de overheid heeft baat bij een opgeleide bevolking. De ouders, als die dat financieel kunnen, want zij hebben baat bij een gelukkig kind met een fijne baan. Maar studenten zelf moeten ook bijdragen. Als je de keuze maakt om te gaan studeren moet je daar ook de verantwoordelijkheid voor nemen door zelf financieel te investeren.”

 

Toch drukt die schuld op studenten.

“Die studieschuld is niet leuk, maar ook niet onoverkomelijk. De rente is nog altijd lager dan de inflatie, en er staat straks wel een mooi salaris tegenover. Het is wel goed om na te denken over wat je studieschuld betekent in relatie tot het salaris dat je mag verwachten. Dat laatste kun je trouwens ook gewoon opzoeken, in een van de Keuzegidsen. Alleen: als je definitief stopt en geen studie afmaakt, moet je alles terugbetalen, niet alleen wat je hebt geleend, maar ook je basisbeurs en aanvullende beurs en ov-kaart. Dat is natuurlijk wel een aandachtspunt.”

 

Nog even een reigervraag: Als alles kon en jij kon alles, wat zou je dan doen?

“Dan zou ik met álle ouders van Nederland willen praten, zoals ik nu met jou praat. Het belangrijkste dat ik ze mee zou geven is: houd van je kind. Help je kind te ontdekken wie hij of zij is, dat is de beste manier om te helpen bij de studiekeuze. Natuurlijk is het soms lastig, want je wilt je kind helpen en tegelijkertijd niet teveel sturen. Maar het is een mooie tocht, om een kind daarin te begeleiden.”

______________________________________

  1. Check de kwaliteit van opleidingen
    De website Studiekeuze123.nl bevat korte beschrijvingen van opleidingen, maar ook cijfers over hoeveel studenten de studie afronden en hoe lang ze daarover doen. De Nationale Studenten Enquete  geeft de mening van studenten over hun opleiding en de begeleiding. De Keuzegidsen Hoger Onderwijs  gaan nog dieper op studies in en vermelden bij studies bijvoorbeeld ook het aantal contacturen en het verwachte toekomstige salaris.

  2. Zorg voor ‘reigermomenten’
    Stel je kind op een rustig moment een vraag die helpt om inzicht te krijgen in wie je kind is en wat bij hem of haar past. ‘Waar krijg je op school complimenten over?’ ‘Welk vak vind je eigenlijk het leukst?’ ‘Vind je het fijner om iets uit te puzzelen of om praktisch bezig te zijn?’

  3. Maak het leuk!
    De fase van studiekeuze is ook een nieuwe fase voor ouders. Maak er samen met je kind een ontdekkingstocht van, en kijk ook naar je éigen plannen en wensen. Waar word jíj eigenlijk gelukkig van?

______________________________________

Tekst Anne Wesseling
Fotografie Hetty van Oijen

Hermien Miltenburg beantwoordt vragen van ouders in haar blog Studiekeuzekind