LOB in het speciaal onderwijs op De Twijn
__________________________________________________________________
Op De Twijn is LOB volledig geïntegreerd in het onderwijsprogramma. Leerlingen krijgen ruime kansen voor praktijkervaringen, stages en persoonlijke ontwikkeling, ondersteund door loopbaangesprekken en het pitchfolio. Docenten en begeleiders zijn actief betrokken, en de school investeert in professionalisering en samenwerking met ouders. Zo werkt De Twijn doelgericht aan een realistisch en betekenisvol toekomstperspectief voor elke leerling.
__________________________________________________________________
De Twijn is een vso-school in Zwolle waar iedere leerling wordt voorbereid op een betekenisvolle plek in de samenleving. Het onderwijs op de Twijn richt zich op doorstroom naar het vervolgonderwijs. Wanneer dit niet haalbaar blijkt, wordt gezocht naar een andere passende plek in de samenleving. Te denken valt aan werk of aan een vorm van dagbesteding. De Twijn biedt onderwijs van vmbo-basis- tot en met havo-niveau. Op de school is verder sprake van een verlengd onderbouwtraject, dat wil zeggen dat leerlingen drie jaar in de onderbouw zitten. Op deze manier kan er meer aandacht worden besteed aan het opdoen van praktijkervaringen en aan het ontwikkelen van executieve functies en vakoverstijgende vaardigheden. LOB is op De Twijn volledig geïntegreerd in het onderwijsprogramma.
Janjaap de Vries, traject- en loopbaanbegeleider en Judith Ezinga, docent speciaal onderwijs, mentor en coördinator LOB, zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van het LOB-programma op school en bij de professionalisering op het gebied van LOB van hun collega’s.

Zichtbaarheid van LOB binnen de school en het pitchfolio
In alle klassen op De Twijn hangen posters die laten zien hoe het LOB-programma in de verschillende leerjaren is opgebouwd, naast een poster met de vijf loopbaancompetenties, die als fundament voor het programma dienen. Zo is voor leerlingen, ouders én medewerkers zichtbaar hoe LOB op De Twijn vorm krijgt. Een rode lijn op de posters verbindt de onderdelen van het LOB-programma en symboliseert het ontwikkelproces van de leerling: de persoonlijke reis voor het zetten van loopbaanstappen, het maken van keuzes en groei en ontwikkeling.
“Elke leerling komt bij ons binnen met unieke kwaliteiten, vertelt Judith. Onze taak is om die samen met de leerling te ontdekken en verder te ontwikkelen. Wanneer leerlingen hun kwaliteiten leren kennen en deze kunnen verbinden aan hun motieven en waarden, kunnen ze doelgericht aan de slag met werkexploratie en loopbaanontwikkeling. Netwerken maakt daar vanzelf onderdeel van uit; het is verweven met alle andere competenties. Tijdens hun schooltijd vullen leerlingen bij ons op school hun ‘rugzak’ met inzichten en persoonlijke drijfveren die ze meenemen naar de volgende stap in hun loopbaanproces.”
Begeleiders en docenten creëren daarvoor rijke leersituaties waarin leerlingen nieuwe ervaringen opdoen. Een loopbaangesprek over die ervaringen is daarbij belangrijk. Zo leren ze niet alleen wat ze kunnen, maar ook wie ze zijn en wat hen drijft. De persoonlijke groei van leerlingen wordt zichtbaar in het zogenaamde pitchfolio, een site die de leerlingen bouwen aan de hand van hun ervaringen en die een verzameling is van al hun kwaliteiten, motieven en drijfveren. Ieder leerjaar geven de leerlingen op basis van hun pitchfolio een pitch voor hun mentor en ouders. Een moment van trots en reflectie, waarin ze laten zien hoe hun talenten, waarden en toekomstwensen samen komen. Leerlingen bouwen hiermee niet alleen aan hun toekomst, maar ook aan zelfvertrouwen, eigenaarschap en een realistisch beeld van hun mogelijkheden.
Realistische verwachtingen voor de toekomst
“Wanneer een leerling in een rolstoel droomt van een carrière als piloot, is het niet onze taak om die droom af te breken zegt Judith. Het gaat erom samen te onderzoeken wat er achter die ambitie zit. Door vragen te stellen als: ‘Wat vind je zo leuk aan piloot zijn, en welke vaardigheden heb je daarvoor nodig?’, helpen we de leerling om zijn of haar verwachtingen op een realistische manier bij te stellen. Het doel is niet om meteen een deur te sluiten, maar juist om te kijken wat wél mogelijk is. Vaak ontdekken we samen opties die in eerste instantie niet voor de hand liggen.”
“Aan de andere kant zijn er leerlingen die denken dat ze weinig of niets kunnen, vult Janjaap aan. Veel van hen zijn zich bewust van hun beperking en dat kan ertoe leiden dat ze hun mogelijkheden onderschatten. Voor sommige leerlingen is de toekomst bovendien onzeker, bijvoorbeeld omdat ze een progressieve ziekte hebben. Voor hen kan LOB ingewikkeld zijn, omdat LOB immers sterk is gericht op de toekomst.
In zulke gevallen brengen we de focus terug naar het hier en nu: ‘Wat vind je écht leuk om te doen, en waar zou je je op dit moment in willen ontwikkelen?’ Als begeleiders is het onze rol om deze leerlingen aan te moedigen, mee te denken en samen te onderzoeken wat wél mogelijk is. Zo creëren we een perspectief dat haalbaar en motiverend is, zelf als de toekomst onzeker lijkt.”
Ervaringsgericht leren en loopbaangesprekken
Op de Twijn staat ervaringsgericht onderwijs centraal. Leerlingen doen zowel binnen als buiten de school tal van ervaringen op, waarmee ze ontdekken wat aansluit bij hun eigen wensen, talenten en mogelijkheden. Vanaf leerjaar twee starten leerlingen met stages: eerst één dag per week, daarna twee dagen, en dit breidt zich in de bovenbouw uit naar minimaal twee aaneengesloten weken per jaar. Zo krijgen zij volop gelegenheid om realistische praktijkervaringen op te doen.
Janjaap: “Het is belangrijk om samen met een leerling te onderzoeken wat er nodig is om bij stages zo goed mogelijk te kunnen functioneren, waarbij we ook naar de belastbaarheid van de leerling kijken. In de praktijk blijkt soms dat leerlingen meer aan kunnen dan ze in eerste instantie denken en dat ze bijvoorbeeld kunnen wennen aan een omgeving waarbij veel meer prikkels zijn dan dat ze op school of thuis gewend zijn.”
Bij elke ervaring hoort een loopbaangesprek, dat minimaal twee keer per jaar wordt gevoerd.
Alle docenten en begeleiders die werkzaam zijn bij de Twijn moeten zo’n loopbaangesprek met de leerling kunnen voeren. Hierbij is het niet altijd noodzakelijk om de leerling persoonlijk te kennen. Door als begeleider gerichte vragen te stellen en oprecht nieuwsgierig te zijn, krijgt je inzicht in wat de leerling drijft en waar zijn of haar interesses liggen.
Om de collega’s hierbij te ondersteunen, biedt De Twijn trainingen aan in het voeren van loopbaangesprekken. Daarnaast organiseert de school twee keer per jaar intervisie in kleine groepen. Tijdens deze sessies wordt aan de hand van filmfragmenten elkaars aanpak besproken en gekeken naar wat men van elkaar kan leren. De schoolleiding biedt hiervoor volop ruimte, met als doel de professionele ontwikkeling te bevorderen en de LOB-begeleiding verder te versterken.
Zelfredzaamheid ontwikkelen: een gezamenlijke aanpak met ouders
Judith: “Zelfstandigheid én het durven vragen om hulp zijn belangrijke factoren voor succes in het vervolgonderwijs. Daarom werken we graag nauw samen met ouders. Zij beschikken vaak over waardevolle inzichten in de belastbaarheid en behoeften van hun kind, informatie die ons op school helpt om de juiste ondersteuning te bieden.
Soms verschillen onze perspectieven, en ook dan blijven we met elkaar in gesprek. Indien nodig doen we dit met ondersteuning van onze maatschappelijk werker. De nadruk ligt altijd op samenwerking en op de ontwikkeling van het kind. Door ouders actief te betrekken bij wat wij op school signaleren, ontstaat er een vollediger beeld. Zo kunnen we samen toewerken naar het vergroten van de zelfstandigheid van leerlingen en het vinden van een passende plek in de samenleving.”
Janjaap: “Ook bij de overgang naar een vervolgopleiding speelt dit een rol. We leren leerlingen duidelijk aan te geven welke ondersteuning zij nodig hebben om hun vervolgopleiding succesvol te doorlopen. Hierbij is het idee van ‘beginnen met een schone lei’, geen goed uitgangspunt: inzicht in eigen mogelijkheden en ondersteuning is cruciaal om succesvol en zelfverzekerd van start te gaan bij de volgende stap in hun loopbaantraject.”
LOB verweven in het (vso)onderwijs: zeven tips voor scholen:
- Maak het LOB-programma zichtbaar in de hele school d.m.v. posters of visuals
- Laat elke leerling zijn eigen loopbaanreis maken en gebruik een pitchfolio om die reis zichtbaar te maken
- Zet ervaringsgericht leren hierbij centraal
- Help leerlingen om hun doelen te vertalen naar haalbare stappen
- Werk samen met ouders aan zelfstandigheid
- Zet in op zelfredzaamheid en eigenaarschap
- Creëer ruimte voor training, intervisie en kennisdeling over LOB binnen het team



