Navigating educational choice
Auteur A.N. de Vries
Navigating educational choices: Supporting students’ person-environment fit and identity development in relation to academic success.
Sommige mensen weten al van jongs af aan wat ze later willen worden en anderen hebben geen idee. Toch is het maken van een studiekeuze voor het hoger onderwijs voor veel jongeren een lastige keuze. Regelmatig verschijnen er koppen in de krant die hierop duiden, zoals “Prinses Alexia twijfelt nog over studiekeuze: ‘Ik ben niet de enige met keuzestress’ ” (Algemeen Dagblad; Schmale & Boender, 2024) of “Bestuurskunde was geen succes, bierbrouwer bleek een droomopleiding” (NRC; Kammer, 2024). Het maken van een studiekeuze is een complex proces gezien, omdat veel adolescenten nog niet de vaardigheden hebben om hun keuzeproces te sturen, ze geconfronteerd worden met veel keuzemogelijkheden, en omdat ze vaak moeite hebben met de druk om een “goede” keuze te maken.
In Nederland valt jaarlijks ongeveer een kwart tot een derde van de eerstejaars studenten in het hoger onderwijs uit (van den Broek et al., 2023). De helft van hen geeft achteraf aan dat ze een “verkeerde” studiekeuze hebben gemaakt. Zo’n “verkeerde” studiekeuze heeft veel impact op het welzijn van studenten en kan naast uitval ook leiden tot andere negatieve gevolgen, zoals verminderd zelfvertrouwen (Hoeschler & Backes-Gellner, 2017) en financiële problemen (Schneider & Yin, 2011). Ook voor de maatschappij als geheel kunnen “verkeerde” studiekeuzes leiden tot negatieve gevolgen, met name omdat studeren in het hoger onderwijs grotendeels van publiek geld wordt gefinancierd.
Om meer inzicht te bieden in deze problematiek, richt wetenschappelijk onderzoek naar studiekeuzes zich meestal op één van twee verschillende benaderingen. De eerste benadering benadrukt individuele verschillen tussen aankomende studenten en neemt aan dat een “goede” studiekeuze past bij de unieke combinatie van persoonlijke kenmerken van iedere student (bijv., Holland, 1997). Ik noem een “goede” studiekeuze daarom ook liever een passende studiekeuze, want dé goede keuze bestaat niet. Er zijn immers altijd meerdere studies die goed bij iemand kunnen passen. De tweede benadering is ontwikkelingsgericht en ziet het studiekeuzeproces als een belangrijk onderdeel van identiteitsontwikkeling in het leven van adolescenten (bijv., Super, 1990). Hoewel beide benaderingen elkaar aanvullen, is het wetenschappelijk onderzoek nog vaak gericht op één van beide. Dat is een gemiste kans om inzicht te krijgen in de manier waarop docenten, decanen en andere loopbaanbegeleiders studenten kunnen ondersteunen in het navigeren door het complexe studiekeuzeproces om tot een passende studiekeuze te komen.
In dit proefschrift integreer ik beide benaderingen om een beter begrip te krijgen van hoe het studiekeuzeproces interacteert met het maken van een passende studiekeuze. Ik richt me hierbij op aankomende studenten in het hoger onderwijs in Nederland. Ik onderzoek hoe zij optimaal kunnen worden ondersteund bij hun studiekeuzeproces, met als doel hen te helpen om een studie die past bij hun persoonlijke kenmerken te kiezen en hun studiesucces te vergroten.
Lees verder in de bijlage bij dit artikel
