Vmbo wet- en regelgeving
In de ‘Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs’ staat voor het vmbo waar LOB aan moet voldoen. In De Kern deel c Loopbaanoriëntatie en –ontwikkeling staat dit beschreven voor vmbo-basis, kader en gemengde leerweg. In Bijlage 3 Loopbaanoriëntatie en –ontwikkeling in de theoretische leerweg van het vmbo staat dit beschreven voor de theoretische leerweg. Hierin staat dat het onderwijs leerlingen vaardig moet maken om de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met ‘loopbaancompetenties’. Daarnaast maakt de leerling zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen door middel van een ‘loopbaandossier’.
Elke opleiding is vrij om hier zelf invulling aan te geven, maar de wijze waarop zij dit aanbieden moet vastgelegd worden in het plan van toetsing en afsluiting (PTA). De vaardigheden worden niet in het centrale examen getoetst.
Kwaliteitsagenda LOB
De VO-raad heeft samen met Laks, NVS-NVL en VvSL de kwaliteitsagenda LOB opgesteld voor de kwaliteitsverbetering van LOB. In de kwaliteitsagenda LOB worden de aspecten beschreven die aan de basis staan van goede LOB: visie en beleid, activiteiten en begeleiding, kwaliteitsbewaking en professionalisering.
Onlangs hebben de VO-raad, LAKS en de beide decanenverenigingen VvSL en NVS-NVL afgesproken om de Kwaliteitsagenda LOB VO 2018-2021 te verlengen, in elk geval tot en met 2022. Met de agenda willen de organisaties scholen ondersteunen bij een stevige verankering van loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het onderwijs.
De initiatiefnemers van de Kwaliteitsagenda hebben gezamenlijk geconcludeerd dat er in de afgelopen jaren flinke vooruitgang geboekt is in de verankering van LOB in het voortgezet onderwijs, maar dat er ook scholen zijn die nog stappen te zetten hebben op dit gebied. Er is daarom afgesproken om de Kwaliteitsagenda LOB VO te verlengen, in elk geval tot en met 2022. Om scholen te ondersteunen, zal de Kwaliteitsagenda worden aangevuld met enkele concrete instrumenten.
LOB-monitor
De LOB-monitor wordt ingezet om de beoogde resultaten van de ambitieagenda LOB te monitoren. In 2018 werden scholen in het voortgezet onderwijs en het mbo voor het eerst gevraagd naar de stand van zaken op het gebied van LOB. Deze startmeting leverde voor het mbo een (voorzichtig) positief beeld op, dat opnieuw naar voren komt in de meting van de LOB-monitor in 2020. Zo geven bestuurders zonder uitzondering aan dat er aandacht is voor LOB en leggen steeds meer scholen LOB vast in visie en beleid. Uit de tussenmeting komt ook naar voren dat nog niet alle scholen een sluitende aanpak hanteren; van visie en beleid naar concrete activiteiten en systematische kwaliteitsbewaking.
In het schooljaar 2021-2022 wordt nog een eindmeting uitgevoerd, waarbij de ontwikkeling op het vlak van LOB ten opzichte van de startmeting in kaart wordt gebracht.
Toezicht op LOB
De Onderwijsinspectie houdt toezicht op LOB op basis van het onderzoekskader 2017. Het waarderingskader vo telt per gebied een aantal standaarden, o.a. dat het onderwijsaanbod “leerlingen goed voorbereid op het vervolgonderwijs, mede door activiteiten aan te bieden op het gebied van loopbaanleren (LOB).”
LOB heeft een centrale plaats in het examenprogramma: “De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven. Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen”.
Doorstroomrechten binnen het vmbo
Het VMBO kent 4 leerwegen. Behalve in het vmbo TL zijn er in de bovenbouw van het vmbo 10 profielen waaruit een leerling kan kiezen. Naast een vast programma per profiel (profielvak) kunnen leerlingen een deel van hun programma zelf samenstellen (keuzevakken). Wanneer een leerling voor een profiel kiest horen daar een aantal verplichte vakken bij.
Meer informatie over het vmbo vind je hier
Opstromen binnen het vmbo
Van onderbouw vmbo naar bovenbouw vmbo
Vanaf het derde leerjaar volgen leerlingen een vakkenpakket afgestemd op de leerweg en het gekozen profiel. Leerlingen kunnen tussentijds opstromen naar een hoger niveau of afstromen naar een lager niveau. Hiervoor gelden de regels die de school hier zelf voor heeft opgesteld.
Opstroom in bovenbouw van het vmbo
Op grond van de wet zijn er geen belemmeringen om in de bovenbouw op te stromen. Scholen die deze mogelijkheid aanbieden maken vaak een specifiek Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) voor deze (individuele) route.
Doorstromen na het vmbo
Doorstromen van vmbo naar het MBO
Jongeren hebben in Nederland een kwalificatieplicht. De wettelijke toelatingseisen voor het MBO zijn vastgesteld door de Rijksoverheid. Er zijn opleidingen waar aanvullende toelatingseisen voor gelden en nadere vooropleidingseisen (verplichte vakken) voor niet-verwante doorstroom. Wanneer een leerling voor keuze van een MBO opleiding staat ontvangt hij een brief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met daarin de informatie aangaande het studiekeuzeadvies waar de leerling recht op heeft bij inschrijving vóór 1 april. In de doorstroomatlas vmbo van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt duidelijk aangegeven hoe de doorstroom vanuit het vmbo plaatsvindt.
Doorstromen van VMBO-t (mavo) naar havo
Havo-scholen hebben nu nog wettelijk de ruimte om eigen toelatingsbeleid te formuleren voor leerlingen met een vmbo-t-diploma. Op 17 juni 2020 is de AMvB rondom het doorstroomrecht vmbo-havo en havo-vwo gepubliceerd. Hiermee worden definitief de doorstroomvoorwaarden duidelijk in het kader van de wet ‘Wet gelijke kans op doorstroom naar havo en vwo’. Deze wet en de nu gepubliceerde AMvB bepalen dat vmbo’ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, worden toegelaten tot de havo. Havisten kunnen voortaan zonder voorwaarden doorstromen naar het vwo. Na inwerkingtreding van de wet kunnen leerlingen die niet zijn toegelaten of zich niet hebben gemeld, terwijl ze wel aan de (nieuwe) doorstroomvoorwaarde voldoen, (opnieuw) scholen benaderen om hun doorstroomrecht te verzilveren.